Verhaal van Esther en Irene

Esther (13) en Irene (7), twee meisjes met totaal verschillende karakters. Esther is vrolijk en erg nieuwsgierig. Irene is verlegen en heel vriendelijk. Maar de meisjes hebben ook een aantal dingen gemeen; ze komen beiden uit Amudat district, gaan naar Kalas (de Katholieke basisschool voor meisjes) en leven met een handicap. Esther liep haar handicap op als baby tijdens een ongeluk met vuur. Irene liep als jong meisje tuberculose op, wat onbehandeld de botten binnen trad en verslechterde groei en lichamelijke ontwikkeling veroorzaakte. Gelukkig konden beide meisjes terecht in CoRSU, een ziekenhuis gespecialiseerd in de zorg voor kinderen met een handicap.

Irene, Esther, Irene’s zusje en hun moeders met Dorian Cosijnse in Entebbe dierentuin, een dag voor Esther’s operatie.

Het verhaal van Esther

Esther is nooit behandeld voor de schade die zij opliep door het ongeluk. We hoorden over haar situatie via het ministerie van Gender tijdens hun bezoek aan Amudat. Esther is het eerste meisje in haar familie die ooit naar school ging. Haar moeder betaalde jarenlang schoolgeld met het geld dat zij verdiende met de verkoop van Aloë Vera. Haar handicap was waarschijnlijk de enige reden waarom haar vader het toestond dat zijn dochter naar school gaat. Wetende dat hij voor zijn gehandicapte dochter geen volledige bruidsschat zou ontvangen. Esther heeft de kans om naar school te gaan altijd met beide handen aangegrepen, in het bijzonder toen ze via ons programma naar een betere school in Amudat kon. Maar de dag dat we haar vertelden over het geplande bezoek aan CoRSU was Esther pas echt enthousiast! Ze had namelijk veel pijn in haar arm en elleboog, omdat de botten, aderen en spieren waren aangetast.

Reis naar Amudat, CoRSU ziekenhuis in Kisubi

We reisden samen met Esther’s moeder van Amudat naar CoRSU in Kisubi, een lange en interessante reis. Iedereen stond verteld van alle nieuwe dingen die zij onderweg zagen: gebouwen met meerdere verdiepingen, fabrieken, rivier de Nijl en het Victoria meer. Het was voor hen de eerste keer om een stad te zien. Bij aankomst in CoRSU werd Esther bekeken door de plastisch chirurg, die haar gerust stelt en uitlegt dat ze de volgende week geopereerd zal worden. In afwachting van de grote dag verblijft ze met haar moeder in het ziekenhuis. Een dag voor de operatie nemen we het hele gezelschap mee naar de dierentuin in Entebbe voor de nodige ontspanning. Ze zien dieren die zij alleen kennen uit de volksverhalen van hun voorvaderen en beleven een fantastische dag. Op de grote dag is Esther relatief kalm.

De operatie

De operatie duurt de hele dag. Haar moeder loopt zenuwachtig te ijsberen en wacht nerveus op het moment dat haar dochter de operatiekamer uitkomt. Als het eindelijk zover is, gaat het gelukkig goed met haar. Ondanks de pijn laat Esther geen traan. Haar doorzettingsvermogen en moed zijn werkelijk indrukwekkend. Esther’s arm en hand zijn gerepareerd met huid van haar bovenbeen. Ze verblijft 33 nachten in CoRSU en kijkt aldoor uit naar het moment dat ze haar “nieuwe” hand en arm kan gebruiken.

Dorian Cosijnse bezoekt haar regelmatig, en ook zuster Prossy van de basisschool in Amudat komt langs. Esther zal in Januari opnieuw naar CoRSU vertrekken voor controle.

Het verhaal van Irene

Irene’s moeder overleed toen zij nog erg jong was. Toen haar vader haar in de steek liet, kwam ze bij haar tante te wonen. Irene’s tante maakt geen onderscheid tussen Irene en haar eigen vijf kinderen. Ze houdt van hen allemaal! Ze bracht Irene naar het ziekenhuis in Mbale toen tuberculose werd geconstateerd. Helaas was er niemand die haar kon helpen met vertalen. Ook waren haar financiële middelen ontoereikend. Tegen die tijd was Irene’s lichaam al aangetast. De meeste dorpsbewoners waren ervan overtuigd dat Irene het niet zou overleven. De eerste jaren kon Irene helemaal niet lopen. Haar tante vertelt: “Irene bewoog zich voort als een slang en ze was aldoor ziek. Ik was bang dat ze het niet zou halen”.

Gelukkig ging het steeds beter met Irene en leerde ze zelfs lopen. De afstand naar school was helaas te ver voor haar. Met behulp van CCA kon Irene naar een boarding school in Amudat.

Eerste weken school

De eerste weken voelde ze zich erg ongemakkelijk op school. Ze sloot zichzelf dagelijks op in de latrine, te beschaamd om rond te lopen over het school terrein, bang om uitgelachen te worden. De docenten en zusters deden hun uiterste best om Irene op haar gemak te stellen. Toen ze eindelijk accepteerde om in de klas te komen zitten, urineerde ze in de lesbankjes. De schaamte en angst karakteriseerden haar eerste weken op school. Gelukkig zorgden begeleiding en vele gesprekken voor verbetering; ze voelt zich meer op haar gemak en groeide langzaam in zelfvertrouwen. Het was goed voor Irene om in CoRSU andere kinderen met een handicap te ontmoeten en zich te realiseren dat zij niet de enige is met een opvallend uiterlijk. 

Ziekenhuis onderzoek

Bij aankomst voerde de dokter een X-ray en andere lichaamsonderzoeken uit. Hieruit bleek al snel dat Irene’s conditie niet geopereerd kan worden. Ze werd meegenomen naar de afdeling fysiotherapie en kreeg daar verschillende oefeningen om haar spieren te sterken. De dokter adviseert Irene en haar moeder om vooral te blijven bewegen, te wassen en alledaagse huishoudelijke klusjes te blijven doen. Deze alledaagse activiteiten helpen haar om sterk en actief te blijven en houden haar gewrichten soepel.

Dankbaar voor de goede zorg

De twee meisjes en hun moeders zijn erg blij met de medische aandacht. Allen zijn wij dankbaar voor de goede zorg aan “onze” kinderen in CoRSU. Kinderen met een handicap worden vaak gestigmatiseerd, dus om met zo veel liefde en respect behandeld te worden was een fantastische ervaring. Het was voor CCA en onze lokale partner de eerste keer om kinderen met een handicap op deze manier te ondersteunen. Hopelijk kunnen we dit in de toekomst vaker doen, en de levens van veel gehandicapte kinderen verbeteren.